Notre-Dame
Het was een zeer droevige week voor Parijs en Frankrijk door de brand in de Notre-Dame. Duizend vierkante meter van het dak stond in brand en door knap werk van de brandweer is de schade niet onherstelbaar groot. In de geschiedenis is het regelmatig voorgekomen dat kerken door brand verwoest zijn, bijvoorbeeld The Tabernacle in Londen, de kerk waar Spurgeon predikant was. In het Nieuwe Testament lezen we over de verwoesting van de tempel. Net als de Notre-Dame was dit een overweldigend gebouw waar lang aan gewerkt is. De tempel in de tijd van Jezus was gerenoveerd en uitgebreid door Herodes de Grote. In Johannes 2:20 lezen we dat er toen 46 jaar aan gebouwd was. Het trok jaarlijks veel toeristen. Jezus spreekt in zijn leven twee keer over de verwoesting van de tempel.
De eerste keer zegt hij het in verband met de reiniging van de tempel. Hij zag dat rond de tempeldienst een handel ontstaan was, die niets met de bedoeling van het huis van gebed te maken had. Jezus roept op de tempel te verwoesten en dan zal Hij hem na drie dagen opbouwen. Hij bedoelt daarmee dat zijn lichaam zal worden afgebroken. Op zich niet vreemd dat de mensen dachten aan de verwoesting van de echte tempel, maar Jezus sprak vaker in beeldtaal om uit te leggen dat Hij uit de hemel gekomen was om de mensen met God te verzoenen. Bij Jezus’ veroordeling voor zijn sterven kreeg hij het verwijt dat Hij de tempel zou hebben willen laten afbreken. Het was een wanhopige poging om iets tegen de Volmaakte in te brengen. Jezus sprak over Zijn lichaam en even later zou Hij Zijn lichaam laten afbreken. Lichamelijk en emotioneel liet Hij Zich aftuigen zodat Gods kinderen niet eeuwig zouden worden gestraft en gepijnigd.
De tweede keer dat Jezus over de verwoesting sprak, stond in het kader van de eindtijd. Heel de wereld zal eens vergaan, dus ook imposante gebouwen. De discipelen waren net als alle anderen onder de indruk van architectuur van de gebouwen in Jeruzalem. Jezus relativeert de grootheid van menselijke bouwwerken. Veertig jaar later zou de tempel in Jeruzalem door de Romeinen verwoest worden. Deze verwoesting was een signaal van de eindtijd. Zoals de tempel ten gronde gegaan is, zo zal alles afgebroken worden. Dat zal een dag van oordeel en verschrikking zijn. Voor de gelovigen is het niet alleen schrik, maar ook verlossing, want het betekent uiteindelijk het einde van het lijden op aarde. Hoe zullen wij die dag beleven?
Het wegvallen van de tempel in Jeruzalem in 70 na Christus betekende ook het einde van de offerdienst. Het bloed van dieren kon niet meer voor verzoening zorgen. De joden verlegden de aandacht van de offerdienst naar de bestudering van de Tora en het leven naar Gods wetten als de weg naar het leven. Het Nieuwe Testament leert dat Jezus’ offer voor eens en altijd genoeg is, Hebreeën 7:27. Ten slotte een detail bij de brand in de Notre-Dame. De toren die instortte, stond boven het altaar en rond het altaar lag na afloop veel puin. Het altaar door mensenhanden gemaakt is niet meer bereikbaar, maar Jezus is het heiligdom binnengegaan, dat niet met handen gemaakt is, de hemel, om daar voor Gods aangezicht te verschijnen voor ons, Hebreeën 9:24.

