Blog over overdenkingen van de Bijbel en actuele gebeurtenissen

door Johan de Vries 27 juni 2019
Op het wereldtoneel wordt de spanning wekelijks groter door onder andere de dreigende taal van president Trump richting Iran. In Jesaja 30 gaat het over Juda dat onder druk staat door de dreiging van de grootmacht Assyrië. Het volk denkt door hulp uit Egypte onder het gevaar uit te komen. Het is begrijpelijk om in geval van nood te kijken wie er hulp kan bieden. In oorlogssituaties kan de vijand van jouw vijand je vriend zijn. Toch keurt God en namens Hem de profeet Jesaja dit niet goed. Juda moet leren op God alléén te vertrouwen. God belooft het volk dat als het op Hem vertrouwt, het op Zijn bescherming mag rekenen. De Israëlieten mogen rustig blijven en vertrouwen op Gods bescherming, Jesaja 30:15. Het is begrijpelijk dat Juda hulp bij anderen zoekt, maar God wil juist dat Zijn volk anders is dan de andere volken. Het volk wilde al eerder een eigen koning, net als de andere volken. Toen het volk deze wens bij Samuël neerlegde, deed dat Samuël verdriet, want hij wist dat dit een indirecte afwijzing was van God als Koning. De kerk en de gelovigen moeten ook oppassen niet met dezelfde principes te willen werken als ongelovigen. De gedachte dat hard werken en voor jezelf opkomen gelukkig maakt hangt in de lucht en neem je makkelijk over. Mensen raken hierdoor vol van zichzelf en zijn snel geïrriteerd als het tegenzit. Juda verwacht de verlossing van Egypte en niet in het minst van de sterke paarden van dat volk. Als het moet, vluchten ze gewoon weg op hun paarden, vers 16. Het gedeelte in Jesaja heeft een verwijtende en cynische toon. Als jullie willen vluchten, dan zal dat gebeuren: Duizend zullen op de vlucht slaan voor één. God wil niet dat Juda op zijn paarden vertrouwt en Hij had dat al in de tijd van Mozes duidelijk gemaakt. De koning mocht niet te veel paarden hebben en deze niet uit Egypte halen. Egypte staat voor het land van de slavernij. Op eigen kracht leven is eigenlijk een slaafs leven. God wil dat Zijn kinderen in vrijheid leven. Ze hebben dan wel niet de gebruikelijke middelen ter beschikking, maar wel een machtige God aan hun kant. In Jesaja 30:15 klinkt een verwijt door: in rust en vertrouwen zou uw kracht zijn. Het volk maakt helaas andere keuzes. Toch is God Dezelfde en Hij wil ook nu nog de God zijn, zoals Hij Zich in Jesaja bekend maakt. Wat hier in de tekst bedoeld wordt, is dat de gelovige zijn bescherming bij God mag vinden. ‘Geloven’ of ‘vertrouwen’ kan betekenen ‘Gods Woord betrouwbaar achten’ (amen zeggen op Zijn Woord), zoals Abram vertrouwde op Gods Woord, maar hier is het: niet vertrouwen op eigen kracht, maar alles van God verwachten. Een leven in rust en vertrouwen is niet saai of bedoeld voor zwakken, maar misschien wel de moeilijkste weg, want dan word je opgeroepen om onder druk rustig te blijven. Het is ook een spannende weg, omdat een gelovige niet precies weet op welke manier de verlossing zal komen. Durft u, durf jij het aan?
door Johan de Vries 13 juni 2019
God wil dat wij veel en grote dingen van Hem verwachten. Hij zegt dat degenen die Hem aanroepen grote en machtige dingen zullen zien. Maar wat heb je aan deze boodschap als je al jaren evangelisatiewerk doet en nog niemand tot bekering hebt zien komen? Of als je een gebedsgroep leidt, maar je steeds veel moeite moet doen om genoeg mensen te vinden om de bijeenkomst door te kunnen laten gaan? Een stukje uit de brief van Paulus aan de gemeente in Korinthe kan ons in de goede richting helpen. Paulus schrijft dat de gelovigen in Korinthe niet bepaalde mensen moeten volgen, want het gaat niet om wat mensen doen, maar wat God doet. Hijzelf, Paulus, hij zegt dat hij in Korinthe geplant heeft en dat Apollos heeft begoten, maar God zorgt voor de groei. Dat God het echte werk doet, zien we ook duidelijk in het leven van Mozes. Hij moet zijn staf uitsteken en de zee splijt in tweeën en op een ander moment moet hij zijn staf omhoog houden en de Israëlieten zijn aan de winnende hand. God doet het eigenlijke werk, maar niet buiten mensen om. Wie ervaart dat God hem wil gebruiken voor Zijn werk, is vooral verwonderd over de grootheid van God. In het dagelijks leven denkt een werkgever wel twee keer na voor hij een onbetrouwbaar persoon in dienst neemt. Wie zichzelf kent, weet dat hij voor Gods werk eigenlijk volstrekt ongeschikt is. We moeten op Golgotha bij het kruis van Christus opnieuw beginnen. God werkt, met eerbied gesproken, samen met mensen. Als God wil dat wij iets doen, maakt Hij dat duidelijk. Voor bijzondere taken geeft Hij een bijzondere roeping en voor ‘gewonere’ taken geeft Hij minder bijzondere roepingen. Als wij menen dat God iets groots van ons vraagt, mogen wij ook een duidelijke bevestiging verwachten. Dat God het is die ons roept en aan het begin staat van het werk, mag ons vertrouwen geven in een goede afloop. Wie gehoorzaam is aan de roeping van God, moet erop rekenen dat hij veel mee zal maken, net als bijvoorbeeld Abraham op reis naar Kanaän en Paulus tijdens zijn zendingsreizen. Jezus waarschuwde de mensen in Zijn tijd al dat er veel zijn die afhaken, wanneer de prijs van de navolging te hoog wordt. Alleen degenen die niet minder dan hun eigen leven voor Hem overhebben zijn geschikt. Dat betekent dat wij bereid moeten zijn te gehoorzamen, ook als dat tegen ons natuurlijk gevoel en verstand in gaat. Verder is het werk in Gods Koninkrijk geen soloactie van één gelovige, maar de gelovigen zijn aan elkaar gegeven om elkaar aan te vullen. Zijn wij bereid samen te werken en advies te vragen aan anderen? Een ander heeft misschien meer ervaring of andere gaven. Een zendeling zei eens dat er tijden zijn van weinig resultaat op het werk en tijden dat alles mee lijkt te zitten. Het kan lang duren voor er resultaat op het werk zichtbaar wordt. Soms komt de vrucht pas nadat iemand gestorven is. Toch is het niet vreemd om Gods zegen op niet al te lange termijn te verwachten. Het kan zijn dat God ons moet ‘bijsturen’ in ons werk, maar dat neemt niet weg dat Hij wil dat wij Zijn machtige daden gaan zien.
door Johan de Vries 31 mei 2019
De Heere Jezus heeft regelmatig onderwijs gegeven in de vorm van een gelijkenis. We zeggen dan dat Hij een beeld uit het dagelijks leven gebruikt, zodat het dichtbij de leefwereld van de mensen komt en zij het goed begrijpen. Jezus Zelf geeft een heel andere reden waarom Hij in gelijkenissen spreekt. Hij verwijst naar de profeet Jesaja waar staat dat de mensen Gods Woord wel zullen horen, maar niet begrijpen. Dat is een oordeel van God over het volk. Het volk krijgt waar ze voor gekozen hebben, namelijk een leven zonder God. De mensen zullen de gelijkenis wel horen, maar de betekenis blijft onbekend. Zoals bij de gelijkenis van de zaaier. Als Jezus de gelijkenis vertelt heeft, vertelt hij de betekenis er niet bij, die geeft Hij aan de discipelen die Hem daar na afloop om vragen. Wat is het arm als wij Gods Woord lezen en de Bijbel weer wegleggen zonder dat wij de betekenis voor ons hart en leven hebben ontdekt. Blijven wij zitten tot wij gevonden hebben wat ons geestelijk voedt? In onze tijd is ruimte voor diverse interpretaties van Bijbelteksten. Sommige moderne theologen zeggen dat de Bijbel geen betekenis in zichzelf heeft, maar dat deze ontstaat door het lezen ervan. Net als het bekijken van een kunstwerk krijgt het een bepaalde waarde door onze interpretatie. Dit idee heeft zeker ook invloed in de kerk, want we zijn vaak snel tevreden over ons geestelijk leven. Wat zien wij in de Heere Jezus? Toen Jezus gekruisigd werd keken er allerlei groepen mensen naar Hem. Johannes wees Hem aan als het Lam van God. Zien we Hem als goed Mens of als Rechter of is Hij het fundament van ons leven geworden? De berijming van Psalm 25 spreekt over ‘milde handen’, dat zijn Zijn doorboorde handen en ‘vriendelijke ogen’, ogen die de liefde van de Vader uitstralen. Niet alleen in de Bijbel, maar ook in alles wat er om hem heen gebeurt kan iemand Gods boodschap vinden. Dat kan een persoonlijke boodschap zijn, bijvoorbeeld door een gesprek met iemand. Een ander kan bewust of onbewust een antwoord geven op een vraag waar je mee zit. Een algemene boodschap klinkt door in natuurgeweld, dat wijst op Gods macht en oordeel over de wereld. Ook van een overlijden gaat een stem uit die spreekt over de eindigheid van het leven en de ernst van de eeuwigheid. Steeds meer mensen stoppen hun oren letterlijk dicht (met oortjes) en missen Gods stem. In een relatie met God hoort opmerkzaamheid in de stilte, maar ook in de drukte van het alledaagse leven.
door Johan de Vries 14 mei 2019
Nederland mag 29 nieuwe personen voor het nieuwe Europees Parlement kiezen. De vorige keer in 2014 was de opkomst niet hoog: net iets meer dan één derde. Europese verkiezingen staan veel verder van de beleving af dan de landelijke of plaatselijke verkiezingen. Het is goed mogelijk dat de uitkomst van de stemming deze keer weer aanzienlijk anders uitpakt dan de vorige keer. Het is lastig om zo even te kiezen voor meer of minder samenwerking in Europa en meer of minder invloed vanuit Brussel. Het lijkt mij voor de politici niet makkelijk als de stemming van de burgers na een aantal jaar weer omslaat van de ene kant naar de andere kant. Ook in de kerk is het nodig dat de gemeenteleden enigszins hetzelfde denken om samen de geestelijke strijd te kunnen strijden. Rond Goede Vrijdag heeft de kerk stilgestaan bij één van de belangrijkste verkiezingen uit de geschiedenis. Het volk moest kiezen voor de vrijlating van de crimineel Barabbas of de rabbi Jezus. Wij mogen blij zijn dat ze voor Barabbas gekozen hebben en dat Jezus zo plaatsvervangend het lijden van Gods kinderen op Zich genomen heeft. Een paar dagen ervoor zag men Jezus nog als held, maar als Hij voor Pilatus staat, verdient Hij ineens de kruisdood. In 1 Koningen 1 lezen we ook van een grote verandering in de stemming onder het volk. David is oud geworden en moet door één van zijn zoons worden opgevolgd. Adonia, de zoon van David en Haggith, laat zich zonder medeweten van zijn vader uitroepen tot koning. Hij maakt er een feestdag van, maar de profeet Nathan brengt David op de hoogte. Salomo, de zoon van David en Bathseba, moet direct de nieuwe koning worden. David laat Salomo tot koning zalven en de mensen die niet achter Adonia waren aangegaan, zijn getuige van de bevestiging van Salomo. In onze tijd speelt de media een grote rol in de keuze van de mensen, maar dat was toen niet anders. Eén nieuwsbericht zorgt ervoor dat de mensen bij Adonia weglopen. Jonathan, de zoon van de priester Abjathar, brengt verslag uit van wat er buiten gebeurt. De aanhang van Salomo is ook feest gaan vieren. Dat is geen bluf, maar vertrouwen dat God zorgt voor een goede afloop. Ze gaan tegen de stroom in, maar de uitwerking mag er dan ook zijn, want het feest van Adonia wordt abrupt afgebroken en de mensen lopen verdwaasd weg. Het is in de kerk niet wenselijk en zelfs schadelijk als over belangrijke onderwerpen verdeeldheid heerst. Hierdoor kunnen bepaalde zonden in een gemeente blijven bestaan of verschuift de aandacht van belangrijke zaken naar randzaken. Het gesprek in de gemeente moet gaan over de vraag of er eenheid in Gods Woord en in Christus is. Dan kan de gemeente één front vormen in de geestelijke strijd. Dan kan de focus gelegd worden op bekering en geestelijke groei.
door Johan de Vries 2 mei 2019
Er zijn tegenwoordig steeds meer beroepen waarbij het verplicht is regelmatig bij te scholen. Het is noodzakelijk om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied. Dat geldt niet alleen voor mensen op kantoor, maar ook voor degenen die met hun handen werken. Het kan vermoeiend zijn om altijd de ontwikkelingen te volgen, omdat regels vaak veranderen en als men eindelijk weer gewend is, komt de volgende aanpassing. In de Bijbel komen wij mensen tegen die door God worden ‘opgeleid’. Gods opleiding is van een heel andere orde dan een aardse opleiding, omdat Hij ons klaarmaakt om geestelijk werk te doen. Kenmerkend voor dat werk is dat we leren om Zijn stem te horen en Hem trouw te zijn. God doet het eigenlijke werk, Hij verandert harten van mensen, maar wij moeten leren welke plaats wij daarin mogen innemen. Mozes is opgegroeid aan het hof in Egypte en heeft vervolgens veertig jaar als herder gewerkt. Twee totaal verschillende functies, maar God heeft beide gebruikt om Mozes te vormen om Zijn volk uit Egypte te kunnen leiden. We kunnen hier verschillende dingen van leren. Allereerst is het op dit moment niet altijd begrijpelijk wat God ons wil leren. Als Mozes achter de schapen liep, zal dat toch niet als een promotie gevoeld hebben. Het tweede is dat God de rust en stilte gebruikt om iemand op zijn of haar taak voor te bereiden. Ook Paulus ging niet direct na zijn bekering aan het werk: hij was drie jaar in Arabië en Damascus voor hij naar Jeruzalem ging om de apostelen te ontmoeten. Koning David werd gezalfd toen hij ongeveer 12 jaar was en pas op zijn zevenendertigste werd hij koning over Israël en Juda. Op zijn dertigste werd hij koning over Juda en daar had hij dus ongeveer 18 jaar op moeten wachten. In die achttien jaar hing zijn leven regelmatig aan een zijden draadje. In 1 Samuël 27 vers 1 staat dat hij het op een bepaald moment niet meer ziet zitten. Hij is zo bang dat hij een keer omgebracht zal worden dat hij zijn hulp niet meer bij God zoekt, maar bij de Filistijnen. Uiteindelijk komt hij tot het inzicht dat niet zij, maar alleen de Heere hem kan helpen. Wat we dus van Davids ‘opleiding’ kunnen leren is dat God David overal doorheen helpt. God had een plan met David en geen mens houdt dat tegen. Het tweede is dat David, net als Mozes, op een heel eenvoudige manier moest leren om God te gehoorzamen. David was trouw in de kleine dingen. Als herder waakte hij voor zijn schapen en hij vocht met wilde dieren om een enkel schaap te redden. Hij keek niet neer op zijn werk, maar deed het trouw en met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. In de strijd van David tegen de reus Goliath verwijst David naar zijn werk als herder. Daar had hij geleerd moedig te vechten en op God te vertrouwen. God onderwijst ons wanneer we lezen in Zijn Woord, bidden en luisteren naar Zijn stem. Hebben wij dit al ontdekt en maken wij er werk van?
door Johan de Vries 18 april 2019
Het was een zeer droevige week voor Parijs en Frankrijk door de brand in de Notre-Dame. Duizend vierkante meter van het dak stond in brand en door knap werk van de brandweer is de schade niet onherstelbaar groot. In de geschiedenis is het regelmatig voorgekomen dat kerken door brand verwoest zijn, bijvoorbeeld The Tabernacle in Londen, de kerk waar Spurgeon predikant was. In het Nieuwe Testament lezen we over de verwoesting van de tempel. Net als de Notre-Dame was dit een overweldigend gebouw waar lang aan gewerkt is. De tempel in de tijd van Jezus was gerenoveerd en uitgebreid door Herodes de Grote. In Johannes 2:20 lezen we dat er toen 46 jaar aan gebouwd was. Het trok jaarlijks veel toeristen. Jezus spreekt in zijn leven twee keer over de verwoesting van de tempel. De eerste keer zegt hij het in verband met de reiniging van de tempel. Hij zag dat rond de tempeldienst een handel ontstaan was, die niets met de bedoeling van het huis van gebed te maken had. Jezus roept op de tempel te verwoesten en dan zal Hij hem na drie dagen opbouwen. Hij bedoelt daarmee dat zijn lichaam zal worden afgebroken. Op zich niet vreemd dat de mensen dachten aan de verwoesting van de echte tempel, maar Jezus sprak vaker in beeldtaal om uit te leggen dat Hij uit de hemel gekomen was om de mensen met God te verzoenen. Bij Jezus’ veroordeling voor zijn sterven kreeg hij het verwijt dat Hij de tempel zou hebben willen laten afbreken. Het was een wanhopige poging om iets tegen de Volmaakte in te brengen. Jezus sprak over Zijn lichaam en even later zou Hij Zijn lichaam laten afbreken. Lichamelijk en emotioneel liet Hij Zich aftuigen zodat Gods kinderen niet eeuwig zouden worden gestraft en gepijnigd. De tweede keer dat Jezus over de verwoesting sprak, stond in het kader van de eindtijd. Heel de wereld zal eens vergaan, dus ook imposante gebouwen. De discipelen waren net als alle anderen onder de indruk van architectuur van de gebouwen in Jeruzalem. Jezus relativeert de grootheid van menselijke bouwwerken. Veertig jaar later zou de tempel in Jeruzalem door de Romeinen verwoest worden. Deze verwoesting was een signaal van de eindtijd. Zoals de tempel ten gronde gegaan is, zo zal alles afgebroken worden. Dat zal een dag van oordeel en verschrikking zijn. Voor de gelovigen is het niet alleen schrik, maar ook verlossing, want het betekent uiteindelijk het einde van het lijden op aarde. Hoe zullen wij die dag beleven? Het wegvallen van de tempel in Jeruzalem in 70 na Christus betekende ook het einde van de offerdienst. Het bloed van dieren kon niet meer voor verzoening zorgen. De joden verlegden de aandacht van de offerdienst naar de bestudering van de Tora en het leven naar Gods wetten als de weg naar het leven. Het Nieuwe Testament leert dat Jezus’ offer voor eens en altijd genoeg is, Hebreeën 7:27. Ten slotte een detail bij de brand in de Notre-Dame. De toren die instortte, stond boven het altaar en rond het altaar lag na afloop veel puin. Het altaar door mensenhanden gemaakt is niet meer bereikbaar, maar Jezus is het heiligdom binnengegaan, dat niet met handen gemaakt is, de hemel, om daar voor Gods aangezicht te verschijnen voor ons, Hebreeën 9:24.
door Johan de Vries 2 april 2019
We bevinden ons midden in de lijdenstijd. Het is voor ons moeilijk te bevatten dat God mens geworden is en ook nog eens vrijwillig een tijd van lijden heeft doorgemaakt. Door stil te worden en tot onszelf in te keren gaan we iets zien van de noodzaak van Jezus’ lijden. Als we bidden om de Heilige Geest mogen we weten dat God ons laat zien wat zonde en genade in ons leven betekent. Het kan zijn dat we er niet aan toe komen om stil te worden. We kunnen zelf onrustig zijn of worden afgeleid door onze omgeving, misschien wel door moeilijke omstandigheden. De mensen in Mozambique leven ook in een tijd van lijden. Velen zijn hun familie en bezittingen verloren. Een dubbele lijdenstijd dus. Kun je met zoveel lijden om je heen nog aan het lijden van Christus denken? De goede boodschap van de lijdensgeschiedenis is dat Jezus niet ons medelijden vraagt, maar juist ons lijden van ons heeft afgenomen. Hij heeft Zichzelf opgeofferd om ons vrij te kunnen kopen, zoals een slaaf op de slavenmarkt vrijgekocht wordt. Wij zaten aan de ketting van de zonden, maar Christus zag ons en wilde dat wij in vrijheid zouden leven. Ken(t) u/jij God op deze manier? Er zijn mensen die middenin de ellende zitten en toch blij zijn, omdat ze omhoog kijken en God zien en Zijn toekomst verwachten. Moeilijke omstandigheden kunnen ons afleiden van de boodschap van Goede Vrijdag en Pasen. Nood leert bidden, maar ook vloeken. Het kan ook anders. In de tijd van het Réveil, een opwekkingsbeweging in de negentiende eeuw, waren er mensen die zich inzetten voor de nood in hun omgeving. Mevrouw Groen van Prinsterer heeft veel voor de armen in Den Haag betekend en ds. De Liefde heeft de stichting ‘Tot heil des volks’ opgericht. Zij wisten dat het lijden in de wereld niet los staat van Jezus’ lijden. Jezus wil niet dat wij medelijden met Hem hebben, maar met onszelf, vanwege ons probleem dat wij geestelijk dood en blind zijn. Als onze ogen opengegaan zijn, en wij genade gevonden hebben, mogen wij ook medelijden hebben met mensen die dat nodig hebben om zo door te geven wat wij zelf gevonden hebben.
door Johan de Vries 19 maart 2019
Deze week is Nederland opgeschrikt door de aanslag in een tram in Utrecht met drie dodelijke slachtoffers. Iedereen is er, zeker de eerste dagen, vol van. Allerlei gedachten en emoties komen naar boven en het is het gespreksonderwerp van de dag. Tegelijk weten we dat ook dit heftige nieuws na een tijdje weer op de achtergrond raakt en er weer ander nieuws zal komen dat onze aandacht vraagt. Om op de juiste manier te kunnen reageren op onverwachte situaties, is het nodig om elke dag met God te beginnen. Vanuit de verbondenheid met Hem zien wij de dingen om ons heen vanuit het Bijbels perspectief. De Bijbel waarschuwt dat er oorlogen, rampen en dus ook aanslagen zullen komen. Deze dingen gaan vooraf aan de grote dag dat Jezus terugkomt. David zegt in Psalm 17 dat hij, wanneer hij wakker wordt, verzadigd is met Gods beeld. Laten we dan ook niet in de eerste plaats vol zijn van de nieuwsberichten, maar vol van Gods beeld. David is ’s morgens al vol van God. De ochtend is een geschikt en noodzakelijk moment om God te zoeken. En na afloop van onze ontmoeting met Hem moeten we ons afvragen of het ons verzadigd heeft. Proeven we alleen af en toe eens iets van Gods Woord of laten wij ons erdoor verzadigen? Het probleem is dat een mens van nature geen honger heeft naar Gods Woord, maar zich vult met allerlei ‘lege’ of slechte voeding. Voor veel mensen is het een zware opgave om zich ’s morgens zorgvuldig toe te wijden aan gebed en Bijbellezen. Voor David geldt dat niet, want God is voor Hem Iemand bij wie hij kan uitrusten en beschermd wordt. Hij wordt op de hielen gezeten door mensen die hem uit de weg willen ruimen. Het is de strijd tussen het rijk van God en dat van de boze. De persoonlijke problemen van David zijn niet toevallig, maar zijn een direct gevolg van zijn keuze om aan Gods kant te strijden. Vandaar de tegenstelling: de goddelozen verzadigen zich met wat het leven te bieden heeft (vers 14), maar David laat zich verzadigen met Gods beeld (vers 15). Het is niet toevallig dat David zich hier in een moeilijke situatie bevindt. Het probleem van veel mensen in deze tijd is dat zij weinig geestelijke strijd hebben en dus weinig geestelijke rust en bescherming zoeken. Het is voor velen herkenbaar, dat juist in de moeilijke momenten de nabijheid van God het sterkst wordt ervaren. We moeten ons dus biddend afvragen of wij de geestelijke strijd misschien ontlopen en zo onszelf geestelijk buiten spel zetten. Het ingespannen zoeken van God in stille tijd is dus niet iets voor mensen die zich willen afsluiten van de wereld, maar voor hen die middenin de onrust zitten. Wie door verzoenende genade aan Gods kant strijdt, kan in gerechtigheid Gods aangezicht aanschouwen (vers 15). Het is een grote zegen en dus heel kostbaar als wij zonder schaamte en schuldgevoel God kunnen zien. Het is opvallend dat hier het woord ‘beeld’ gebruikt wordt. Dit woord staat meestal in een negatieve context, want er geldt een verbod op een beeld maken van God. Maar het gaat erom verzadigd te zijn met Gods gestalte of aanblik. Het is moeilijk onder woorden te brengen hoe het is om in gebed en meditatie op God gericht te zijn. We weten dat God in heerlijkheid troont en dat Hij straalt vanwege Zijn goddelijkheid en majesteit. Wie God zo ziet, wil Hem vaker zoeken en ontmoeten.
door Johan de Vries 8 maart 2019
Zegenen komen we in de Bijbel op verschillende manieren tegen: God zegende de zevende dag; Hij zegende Adam en Eva; Hij zegende Zijn volk Israël. Zomaar een aantal voorbeelden waarbij God iets of iemand zegent. In de Psalmen komen we vaak iets anders tegen, namelijk dat de mens God zegent. Dat zijn wij niet zo gewend. We zeggen wel dat wij God eren en aanbidden, maar niet zo snel dat wij God zegenen. In het jodendom kom je dit veel meer tegen. Daar wordt veel gebeden: “Gezegend bent U...” en dan met een bepaalde aanvulling zoals ‘Schepper’ of ‘Onderhouder’. Als derde zien we in de Bijbel dat mensen elkaar zegenen. Een bekende belofte van God voor de aartsvader Abraham is: Ik zal zegenen wie u zegent en vervloeken wie u vervloekt. Zegenen wil zeggen, goed spreken over iemand en daar ook voor zover mogelijk naar handelen. In onze tijd is het voor veel mensen, maar ook voor winkels en bedrijven belangrijk hoe anderen over hen spreken. Je kunt 'geliked' worden of een negatieve beoordeling krijgen. Je kunt positieve recensies voor je eigen bedrijf kopen en een ander kan jou onterecht zwartmaken door negatieve dingen te schrijven. Er wordt zelfs regelmatig gedreigd met het geven van een slechte beoordeling om iets voor elkaar te krijgen. Jezus leert in het Nieuwe Testament dat ‘haten’ en ‘vervloeken’ zonden zijn tegen het zesde gebod: U zult niet doodslaan. De positieve opdracht van het zesde gebod is om mensen lief te hebben en te zegenen. Dat kan door goed met iemand om te gaan, maar ook bijvoorbeeld door voorbede. Als je voor iemand bidt, breng je diegene als het ware voor Gods troon. Zegenen is iets wat de mens na de zondeval uit zichzelf niet meer doet. Niet dat mensen niets meer voor elkaar over hebben en elkaar niets gunnen, maar zegenen is in de kern het toewensen van Gods nabijheid en goedheid. En de ervaring van Gods nabijheid kent geen mens van zichzelf, zonder Gods genade. Als wij door genade de ander kunnen zegenen, wordt er iets zichtbaar van het beeld van God in ons. Zegenen is dus niet alleen waardevol voor onze medemens, maar het is ook tot eer van God.
door Johan de Vries 21 februari 2019
In ons dagelijks werk gaat het om duidelijke resultaten. In een bedrijf gaat het om omzet en winst en ook in de zorg, bij de overheid en in het onderwijs wordt van alle werknemers bijgehouden wat er gedaan is. Soms kost het veel moeite om enig resultaat te zien. We zien hoeveel Theresa May zich moet inspannen om tot een Brexitdeal te komen. In de kerk wordt er verschillend gedacht over de mogelijkheid van het behalen van resultaat. De één is erg doelgericht en weet precies welke geestelijke resultaten er behaald zijn of moeten worden en de ander vindt dat wij dat aan God over moeten laten. De vraag naar de mogelijkheid om resultaat te zien is relevant voor geestelijke praktijken als gebed en meditatie. Wat mogen wij aan resultaat en antwoord verwachten als het gaat om het gebed en vasten? Welke lessen kunnen wij vanuit de Bijbel en kerkgeschiedenis hierover leren? In de praktijk kan het zijn dat iemand ergens incidenteel voor bidt en vast, zoals David wanneer hij gehoord heeft dat zijn zoon zal sterven vanwege zijn overspel met Bathseba. Hij zegt: “Wie weet is de Heere genadig.” Ook de mensen in Ninevé vasten en bidden vanwege het oordeel over de stad dat Jona aankondigt. Als wij ergens voor bidden kunnen wij van God niet eisen dat Hij doet wat wij willen. Vorige week was er een gebedsbijeenkomst voor het besluit over pulsvisserij. Dat is ook zo’n moment waarvan wij niet weten of het verhoord zal worden. We kunnen wel zeggen dat God altijd het gebed verhoort, maar niet op onze manier. Er is in de Bijbel ook een ander principe over verhoring. Dat is wanneer iemand iets ontdekt van Gods plan voor de wereld of voor een ander of hem-/haarzelf. De discipelen bidden vlak voor Pinksteren om de komst van de Heilige Geest. Zij staan voor een belangrijk moment in de heilsgeschiedenis. In de kerkgeschiedenis zijn ook genoeg voorbeelden van mensen die een roeping hadden om het evangelie te vertellen, en die ondertussen wisten dat God ook bekering zou geven. Het is natuurlijk niet niks om te ontdekken wat God van plan is te doen en hoe hij mensen daarvoor wil gebruiken. Het kan ons veel tijd en moeite kosten. In het gebed kan het een zoektocht zijn waar we precies voor mogen bidden of op welke manier wij moeten bidden. De beloften in de Bijbel mogen we toepassen op onze situatie. Het is alleen jammer dat veel mensen hun eigen situatie niet belangrijk genoeg vinden om met Gods beloften aan de slag te gaan en ze laten het over aan een zendeling of dominee. God wil ook Zijn wil bekend maken als het gaat om ander werk in de kerk of evangelisatie.
Meer posts
door Johan de Vries 27 juni 2019
Op het wereldtoneel wordt de spanning wekelijks groter door onder andere de dreigende taal van president Trump richting Iran. In Jesaja 30 gaat het over Juda dat onder druk staat door de dreiging van de grootmacht Assyrië. Het volk denkt door hulp uit Egypte onder het gevaar uit te komen. Het is begrijpelijk om in geval van nood te kijken wie er hulp kan bieden. In oorlogssituaties kan de vijand van jouw vijand je vriend zijn. Toch keurt God en namens Hem de profeet Jesaja dit niet goed. Juda moet leren op God alléén te vertrouwen. God belooft het volk dat als het op Hem vertrouwt, het op Zijn bescherming mag rekenen. De Israëlieten mogen rustig blijven en vertrouwen op Gods bescherming, Jesaja 30:15. Het is begrijpelijk dat Juda hulp bij anderen zoekt, maar God wil juist dat Zijn volk anders is dan de andere volken. Het volk wilde al eerder een eigen koning, net als de andere volken. Toen het volk deze wens bij Samuël neerlegde, deed dat Samuël verdriet, want hij wist dat dit een indirecte afwijzing was van God als Koning. De kerk en de gelovigen moeten ook oppassen niet met dezelfde principes te willen werken als ongelovigen. De gedachte dat hard werken en voor jezelf opkomen gelukkig maakt hangt in de lucht en neem je makkelijk over. Mensen raken hierdoor vol van zichzelf en zijn snel geïrriteerd als het tegenzit. Juda verwacht de verlossing van Egypte en niet in het minst van de sterke paarden van dat volk. Als het moet, vluchten ze gewoon weg op hun paarden, vers 16. Het gedeelte in Jesaja heeft een verwijtende en cynische toon. Als jullie willen vluchten, dan zal dat gebeuren: Duizend zullen op de vlucht slaan voor één. God wil niet dat Juda op zijn paarden vertrouwt en Hij had dat al in de tijd van Mozes duidelijk gemaakt. De koning mocht niet te veel paarden hebben en deze niet uit Egypte halen. Egypte staat voor het land van de slavernij. Op eigen kracht leven is eigenlijk een slaafs leven. God wil dat Zijn kinderen in vrijheid leven. Ze hebben dan wel niet de gebruikelijke middelen ter beschikking, maar wel een machtige God aan hun kant. In Jesaja 30:15 klinkt een verwijt door: in rust en vertrouwen zou uw kracht zijn. Het volk maakt helaas andere keuzes. Toch is God Dezelfde en Hij wil ook nu nog de God zijn, zoals Hij Zich in Jesaja bekend maakt. Wat hier in de tekst bedoeld wordt, is dat de gelovige zijn bescherming bij God mag vinden. ‘Geloven’ of ‘vertrouwen’ kan betekenen ‘Gods Woord betrouwbaar achten’ (amen zeggen op Zijn Woord), zoals Abram vertrouwde op Gods Woord, maar hier is het: niet vertrouwen op eigen kracht, maar alles van God verwachten. Een leven in rust en vertrouwen is niet saai of bedoeld voor zwakken, maar misschien wel de moeilijkste weg, want dan word je opgeroepen om onder druk rustig te blijven. Het is ook een spannende weg, omdat een gelovige niet precies weet op welke manier de verlossing zal komen. Durft u, durf jij het aan?
door Johan de Vries 13 juni 2019
God wil dat wij veel en grote dingen van Hem verwachten. Hij zegt dat degenen die Hem aanroepen grote en machtige dingen zullen zien. Maar wat heb je aan deze boodschap als je al jaren evangelisatiewerk doet en nog niemand tot bekering hebt zien komen? Of als je een gebedsgroep leidt, maar je steeds veel moeite moet doen om genoeg mensen te vinden om de bijeenkomst door te kunnen laten gaan? Een stukje uit de brief van Paulus aan de gemeente in Korinthe kan ons in de goede richting helpen. Paulus schrijft dat de gelovigen in Korinthe niet bepaalde mensen moeten volgen, want het gaat niet om wat mensen doen, maar wat God doet. Hijzelf, Paulus, hij zegt dat hij in Korinthe geplant heeft en dat Apollos heeft begoten, maar God zorgt voor de groei. Dat God het echte werk doet, zien we ook duidelijk in het leven van Mozes. Hij moet zijn staf uitsteken en de zee splijt in tweeën en op een ander moment moet hij zijn staf omhoog houden en de Israëlieten zijn aan de winnende hand. God doet het eigenlijke werk, maar niet buiten mensen om. Wie ervaart dat God hem wil gebruiken voor Zijn werk, is vooral verwonderd over de grootheid van God. In het dagelijks leven denkt een werkgever wel twee keer na voor hij een onbetrouwbaar persoon in dienst neemt. Wie zichzelf kent, weet dat hij voor Gods werk eigenlijk volstrekt ongeschikt is. We moeten op Golgotha bij het kruis van Christus opnieuw beginnen. God werkt, met eerbied gesproken, samen met mensen. Als God wil dat wij iets doen, maakt Hij dat duidelijk. Voor bijzondere taken geeft Hij een bijzondere roeping en voor ‘gewonere’ taken geeft Hij minder bijzondere roepingen. Als wij menen dat God iets groots van ons vraagt, mogen wij ook een duidelijke bevestiging verwachten. Dat God het is die ons roept en aan het begin staat van het werk, mag ons vertrouwen geven in een goede afloop. Wie gehoorzaam is aan de roeping van God, moet erop rekenen dat hij veel mee zal maken, net als bijvoorbeeld Abraham op reis naar Kanaän en Paulus tijdens zijn zendingsreizen. Jezus waarschuwde de mensen in Zijn tijd al dat er veel zijn die afhaken, wanneer de prijs van de navolging te hoog wordt. Alleen degenen die niet minder dan hun eigen leven voor Hem overhebben zijn geschikt. Dat betekent dat wij bereid moeten zijn te gehoorzamen, ook als dat tegen ons natuurlijk gevoel en verstand in gaat. Verder is het werk in Gods Koninkrijk geen soloactie van één gelovige, maar de gelovigen zijn aan elkaar gegeven om elkaar aan te vullen. Zijn wij bereid samen te werken en advies te vragen aan anderen? Een ander heeft misschien meer ervaring of andere gaven. Een zendeling zei eens dat er tijden zijn van weinig resultaat op het werk en tijden dat alles mee lijkt te zitten. Het kan lang duren voor er resultaat op het werk zichtbaar wordt. Soms komt de vrucht pas nadat iemand gestorven is. Toch is het niet vreemd om Gods zegen op niet al te lange termijn te verwachten. Het kan zijn dat God ons moet ‘bijsturen’ in ons werk, maar dat neemt niet weg dat Hij wil dat wij Zijn machtige daden gaan zien.
door Johan de Vries 31 mei 2019
De Heere Jezus heeft regelmatig onderwijs gegeven in de vorm van een gelijkenis. We zeggen dan dat Hij een beeld uit het dagelijks leven gebruikt, zodat het dichtbij de leefwereld van de mensen komt en zij het goed begrijpen. Jezus Zelf geeft een heel andere reden waarom Hij in gelijkenissen spreekt. Hij verwijst naar de profeet Jesaja waar staat dat de mensen Gods Woord wel zullen horen, maar niet begrijpen. Dat is een oordeel van God over het volk. Het volk krijgt waar ze voor gekozen hebben, namelijk een leven zonder God. De mensen zullen de gelijkenis wel horen, maar de betekenis blijft onbekend. Zoals bij de gelijkenis van de zaaier. Als Jezus de gelijkenis vertelt heeft, vertelt hij de betekenis er niet bij, die geeft Hij aan de discipelen die Hem daar na afloop om vragen. Wat is het arm als wij Gods Woord lezen en de Bijbel weer wegleggen zonder dat wij de betekenis voor ons hart en leven hebben ontdekt. Blijven wij zitten tot wij gevonden hebben wat ons geestelijk voedt? In onze tijd is ruimte voor diverse interpretaties van Bijbelteksten. Sommige moderne theologen zeggen dat de Bijbel geen betekenis in zichzelf heeft, maar dat deze ontstaat door het lezen ervan. Net als het bekijken van een kunstwerk krijgt het een bepaalde waarde door onze interpretatie. Dit idee heeft zeker ook invloed in de kerk, want we zijn vaak snel tevreden over ons geestelijk leven. Wat zien wij in de Heere Jezus? Toen Jezus gekruisigd werd keken er allerlei groepen mensen naar Hem. Johannes wees Hem aan als het Lam van God. Zien we Hem als goed Mens of als Rechter of is Hij het fundament van ons leven geworden? De berijming van Psalm 25 spreekt over ‘milde handen’, dat zijn Zijn doorboorde handen en ‘vriendelijke ogen’, ogen die de liefde van de Vader uitstralen. Niet alleen in de Bijbel, maar ook in alles wat er om hem heen gebeurt kan iemand Gods boodschap vinden. Dat kan een persoonlijke boodschap zijn, bijvoorbeeld door een gesprek met iemand. Een ander kan bewust of onbewust een antwoord geven op een vraag waar je mee zit. Een algemene boodschap klinkt door in natuurgeweld, dat wijst op Gods macht en oordeel over de wereld. Ook van een overlijden gaat een stem uit die spreekt over de eindigheid van het leven en de ernst van de eeuwigheid. Steeds meer mensen stoppen hun oren letterlijk dicht (met oortjes) en missen Gods stem. In een relatie met God hoort opmerkzaamheid in de stilte, maar ook in de drukte van het alledaagse leven.
Meer posts