Week van gebed
Deze week wordt de ‘Week van gebed’ gehouden. Acht dagen wordt er wereldwijd gebeden voor de nood in de wereld. Dit jaar staat het land Indonesië centraal en vanuit de kerken in Indonesië is deze week voorbereid. Mooi dat dit gebeurt, alleen jammer dat over het probleem van de kerkelijke verschillen wordt heen gestapt. Ik zie niet in hoe je één kunt zijn met vrijzinnigen en een groot deel van de Roomse Katholieke Kerk. Het gebed is een kostbaar middel om samen één te zijn en samen te strijden in het gebed. Laat het dan wel op de goede manier gebeuren. In het Johannesevangelie gaat het vaak over de eenheid tussen God, Christus en de gelovige. Daar hoort ook de waarheid bij. Zonder waarheid is er geen eenheid en daarom moeten we verschillen niet zomaar wegschuiven. Voorstanders van de eenheid tussen de huidige kerken vinden de verschillen niet groot genoeg om de eenheid tegen te houden. Als je tot een korte gezamenlijke belijdenis kunt komen, is dat voldoende. Dit lijkt mij erg kort door de bocht en Bijbels en kerkhistorisch onjuist.
Ik heb mij erg verbaasd over de uitleg van het centrale Bijbelgedeelte van de ‘Week van gebed’. Centraal staat Deuteronomium 16:10-20. In het eerste deel gaat het over de drie grote feesten van Israël en de laatste verzen gaan over het aanstellen van rechters en leiders. De organisatoren vonden dit een mooie combinatie van gezamenlijk vieren en het erkennen van het recht. Ze stellen dat de gedeelten bij elkaar horen, omdat ze direct in elkaar overlopen. Ze passen het ook toe op de situatie in Indonesië. Mensen leven daar met elkaar mee op belangrijke momenten, maar er is ook een groeiend onrecht. De boodschap is dat vieren en recht doen weer hand in hand moeten gaan. Volgens mij is het enige verband tussen deze Bijbelgedeelten dat ze op elkaar volgen. Uit de teksten zelf kun je geen enkel verband halen. Het hoofdstuk heeft trouwens nog twee verzen: over het plaatsen van gewijde palen en stenen. Misschien wilden ze deze tekst er niet bij hebben, omdat de Roomse kerk verschillende van deze obelisken heeft.
Er is op zich niets mis mee om samen te werken met mensen met andere opvattingen, alleen voor geestelijke dingen ligt dat anders. Gebed is geen menselijke onderneming, maar het zoeken naar de wil van God en luisteren naar Zijn aanwijzingen. God heeft ons in zekere zin niet nodig. Het is een wonder dat Hij in Zijn regering van de wereld toch voor de mens een plaats heeft ingepast. God geeft waar wij om vragen, maar Hij vertelt ons ook wat wij mogen vragen. De focus op God zorgt ervoor dat we niet trots zijn op hoeveel miljoen mensen er mee doen met de week van gebed. Het gebed van de rechtvaardige mist zijn uitwerking niet.

